In het oog: Interneringskampen na WOII

In het oog: Interneringskampen na WOII
praktisch: 
ADVN, leeszaal
17-10-2015 | 12:30
soort: 
leeszaalexpo

Na de bevrijding in 1944/45 werden grote aantallen mannen en vrouwen verdacht van collaboratie. Zij werden geconfronteerd met de repressie en in vele gevallen gearresteerd en opgesloten in strafinrichtingen in afwachting van hun proces. De gevangenissen waren echter niet berekend op zoveel gedetineerden waardoor er veel geïmproviseerd moest worden.

 

Meerdere personen in één cel was geen uitzondering. IJverig werd er gezocht naar oplossingen voor de beperkte infrastructuur in de bestaande penitentiaire instellingen. Over heel Vlaanderen werden daarom speciale interneringscentra ingericht. De verdachten werden in deze centra met honderden tegelijk in een gemeenschapsregime geïnterneerd. Maar de gemeenschappelijke opsluiting had ook zijn doel en nut. In 1946 werd de Dienst Wederopvoeding Reclassering en Voogdij (DWRV) opgericht met als voornaamste taak het zich bekommeren om de heropvoeding of de resocialisatie van de collaborateurs. De heropvoeding van de gevangenen moest leiden tot de reïntegratie in de maatschappij.

 

poeziebew_3-imp.jpg

Poëzieschrift, s.d. [AC422, Fonds repressie]

Voor de resocialisatie van collaborateurs werd de sociale interactie tussen de gevangenen als zeer belangrijk beschouwd en hiervoor waren de interneringscentra het juiste middel. Gedetineerden groepeerden zich in de ‘Welfare’ en organiseerden de vrijetijdsbesteding in de centra. Met steun van de lokale gevangenisdirecteuren organiseerden ze film, toneel, cabaret, radio, zang, sport en spel. In sommige interneringscentra stelden gedetineerden kampbladen samen waarin aspecten van het gevangenisleven werden afgewisseld met nieuws uit binnen- en buitenland. Naast ontspanning en ontwikkeling van de geest werd ook arbeid en onderwijs noodzakelijk geacht als onderdeel van de resocialisatie. Voornamelijk jongeren kregen de kans om een opleiding te volgen. Anderen dan weer werden verplicht tewerkgesteld in de mijnen. De gevangenisarbeid maakte deel uit van de heropvoeding en was bedoeld om een beter gevangenisklimaat te creëren. Arbeid leverde strafvermindering op en een versoepeling inzake bezoekregeling.

 

Tijdens het verblijf in de centra zochten de gedetineerden een manier om hun persoonlijke gevoelens te verwoorden en uit te beelden. Tekenen, schilderen, dichten, schrijven of componeren werkten therapeutisch. Vele gevangenen correspondeerden geregeld met familie en vrienden om de banden sterker aan te halen. Anderen schreven hun gedachten neer in dagboeken of deelden poëziealbums met deelgenoten. Het ADVN bezit een mooie collectie van dergelijke egodocumenten uit de naoorlogse periode. Het Fonds Repressie (AC422) bevat meerdere persoonsarchieven met poëziebundels, tekeningen, gedichten, liederen, toneelstukken, kampbladen, dagboeken, getuigenissen en briefwisseling.