In het oog: "Straks winkelen met een Vlaamse munt"

In het oog: "Straks winkelen met een Vlaamse munt"
praktisch: 
Leeszaal
07-01-2021 | 14:15
07-01-2021 | 14:15
soort: 
Publieksmoment
contactpersoon: 
Sophie Gyselinck
organisator: 
ADVN

Tussen 1985 en 1990 doken er in het Vlaamse straatbeeld zes nieuwe munten op. Penningen van respectievelijk 25, 50, 100 en 250 Vlaamse Franken werden uitgebracht als symboolmunt door de Federatie Vlaamse Kringen-FVK, het latere Rodenbachfonds en het huidige Cultuurlab Vlaanderen. De Federatie wilde met de verkoop van de munt allereerst de culturele werking van de eigen organisatie ondersteunen. Daarnaast fungeerden de nieuwe penningen als een aanzet tot (financiële) autonomie voor Vlaanderen. De man achter het initiatief was de Ledenaar Albert Van Hove, de toenmalige voorzitter van de Oost-Vlaamse FVK-afdeling. Hij maakte van de eerste munt een regionaal succes en koesterde de hoop om de Franken over heel Vlaanderen te verspreiden.

 

Het ontwerp van de eerste munt, een stuk van 50 Vlaamse Franken, was van de hand van de Oost-Vlaamse kunstenaar Frans Minnaert en de Vlaams-Brabantse beeldhouwer Jo Deblieck. In samenspraak met het FVK vervaardigden zij een penning, waarvan op de voorzijde een Vlaamse leeuw pronkte, begeleid door het opschrift 50 Vlaamse Franken. Op de achterzijde prijkten de torens van het Belfort van Gent, de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen en het Belfort van Brugge, met aan de voet van de torens het even minimalistisch als symbolisch klinkende opschrift “Vlaanderen”.

Niet iedereen was erg opgezet met de uitgave van de Vlaamse Franken. De minister van Financiën en Middenstand Frans Grootjans uitte tijdens het productieproces van de eerste Vlaamse Franken reeds zijn bezorgdheid. In een brief aan Albert Van Hove schreef Grootjans op 5 juli 1985 over mogelijke ‘verwarring’ tussen de Vlaamse Frank en de officiële Belgische frank, ook had hij opgevangen dat de nieuwe penning in het betaalcircuit zou komen en dat het niet bij een eenmalige uitgave zou blijven.

De brief van Grootjans sorteerde weinig effect, integendeel, de erin geopperde bezwaren versterkten bij de organisatoren net het idee dat de tijd rijp was voor een Vlaams monetair circuit. Op 24 juni 1985 stelde het FVK zijn allereerste penning van 50 Vlaamse Franken voor aan het grote publiek. Tijdens de persconferentie noemde de toenmalige Vlaams minister van Financiën en Begroting, Hugo Schiltz, het initiatief “een belangrijke symbolische gebeurtenis voor de Vlaamse beweging”. De nieuwe penning circuleerde gedurende zes maanden, vooral in de regio rond Aalst, als officieel betaalmiddel bij plaatselijke winkels, cafés en middenstanders. Het succes van de munt werd overschaduwd door de RTL-televisiereportage op 17 januari 1986 waarin cafégangers werden gefilmd die hun biertjes afrekenden met 50 Vlaamse Franken. Volgens FVK wekten de televisiemakers de indruk dat in Vlaanderen uitsluitend met Vlaamse Franken werd betaald. De bal ging opnieuw aan het rollen. De Schaarbeekse FDF-politicus Bernard Clerfayt wendde zich met een parlementaire vraag tot minister van Financiën Mark Eyskens waarbij hij de wettelijke geldigheid van de munt in twijfel trok. “Wat ging de minister ondernemen om deze evolutie te reduceren en ervoor te zorgen dat dergelijke penningen gemaakt vanuit louter numismatisch oogpunt, nooit meer zouden worden dan een verzamelobject of een leuke gadget?”

 

De beslissing van de Nationale Bank van België stelde een einde aan de productie van de Vlaamse Franken. Als enige circulatiebank in België bepaalde die dat het gebruiken van het begrip ‘frank’ in principe niet verboden was, maar dat bij grote oplage de verwarring met de officiële munt nogal groot was. De bank was van mening dat de verspreiding op brede schaal als illegaal kon worden beschouwd en een veroordeling niet kon worden uitgesloten. De hele optelsom bewoog de regering ertoe om een wetsontwerp voor te bereiden waarin dergelijke uitgaven en de circulatie ervan op de reguliere betaalmarkt zouden worden verboden. Maar de nieuwe wet was niet de enige factor die bijdroeg tot het einde van de Franken. De interne verdeeldheid binnen het FVK werkte evenzeer de verdere productie en verspreiding tegen. Ondanks het gehakketak gaf het FVK in 1987 voor de laatste keer twee munten uit die kortstondig naar het betaalcircuit doorstroomden. Het initiatief werd nadien niet meer herhaald en stierf een stille dood. En toch ... in 1990 bracht het Priester Daensfonds uit Aalst ter gelegenheid van de tiende editie van de Handelsbeurs in Lede in beperkte oplage een verzamelpenning van 250 Vlaamse Franken uit, het was niet meer dan een zucht naar nostalgie.