Een unieke verzameling van 100 jaar oude postkaarten

Een schoenendoos vol met postkaarten, 764 zijn het er in totaal, niet chronologisch maar alfabetisch gesorteerd, van Aarschot tot Zottegem. Ook prentbriefkaarten uit het buitenland zitten er tussen. Groeten uit Nederland, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg of uit Oostenrijk, Engeland, Spanje en Italië. De hele verzameling ademt een sfeer van vakantie en vertier, uit lang vervlogen tijden. Het merendeel van de kaarten heeft een postdatum tussen 1908 en 1914, een kleine rest werd verzonden na de Eerste Wereldoorlog, tussen 1919 en 1921. Op de ansichtkaarten staan plaatjes afgebeeld van meer dan honderd jaar oud, vooral van  natuurlandschappen, monumenten, kerken, prominente gebouwen, stadsgezichten, boerendorpjes, maar ook van komische tafereeltjes, militaire tableaus of bijzondere evenementen zoals de Wereldtentoonstelling in Brussel (1910) en Gent (1913). Aan variatie tussen de kiekjes is geen gebrek. Toch hebben de postkaarten één ding gemeen: ze werden stuk voor stuk verzonden naar hetzelfde adres: ’t Koninkske, Wolstraat 5 in Antwerpen.

Van Blauwvoetenkot tot Blauwvoetenkrocht
Midden in het historisch centrum van Antwerpen, in de Wolstraat op nummer 5, bevond zich aan het begin van de twintigste eeuw het café ’t Koninkske. Het herbergde een lokaal met dezelfde naam dat in die tijd uitgroeide tot de ontmoetingsplaats van ‘De Blauwvoeten’, een groepje jongeren dat tot de Antwerpse studentengilde ‘Eigen Taal, Eigen Zeden’ behoorde. Deze katholieke Antwerpse gilde was in oktober 1887 opgericht om de vernederlandsing van het onderwijs te bevorderen. De broederschap motiveerde scholieren om aan Nederlandse taaltraining te doen en liet hen bij wijze van oefening zelfgeschreven teksten en verzen declameren. De gilde had vertakkingen in diverse Antwerpse scholen, waaronder het Sint-Norbertusgesticht, het Onze-Lieve-Vrouw-college, het Sint-Jan-Berchmanscollege en het Sint-Ignatiusgesticht. Het gezelschap ‘De Blauwvoeten’ werd als nieuwe afdeling van de gilde rond de eeuwwisseling boven het doopvont gehouden en nam de organisatie van ontspanningsactiviteiten voor zijn rekening. Zowel de toneelgilde als het muziekkorps kwamen onder de vleugels van ‘De Blauwvoeten’ terecht. Het gezelschap groeide uit tot een jolige studentenclub die elke week verzamelde in het Blauwvoetenkot, het Blauwvoetenkrocht, het Blauwvoetenhol, de Blauwvoetencel of de Blauwvoetenkelder om te musiceren, toneel te spelen, een voordracht te geven of gewoon een pintje te drinken.

Vliegt de Blauwvoet storm op zee
Dat ‘Eigen Taal, Eigen Zeden’ sterk geïnspireerd was door cultuurflamingantisme, is ook op te maken uit de boodschappen op de postkaarten. Niet enkel de Blauwvoet-strijdkreet ‘Vliegt de Blauwvoet storm op zee, die werd ontleend aan het bekende ‘Lied der Vlaamsche zonen’ van Albrecht Rodenbach, wiens blauwvoet-concept op zijn beurt schatplichtig was aan Hendrik Conscience, sierde de postkaarten; ook andere typische Vlaamse leuzen stonden geschreven: ‘Voor outer en heerd’, ‘Vlaanderen de leeuw’, ‘Houzee’ of ‘Klauw ende groet!’. Verder mochten nogal wat Blauwvoeten graag hun strijd voor de vernederlandsing beklemtonen door op de postkaarten het Franstalige opschrift te schrappen en te vertalen. Het woord carte postale werd systematisch doorgehaald. In enkele gevallen zien we op de ansichtkaarten een stickertje verschijnen met de boodschap ’Wij eischen de Vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool. Alle briefwisseling in ’t Nederlandsch a.u.b.’ of kortweg de mededeling: ’In Vlaanderen Vlaamsch‘. Ook ’Vlaamsch in’t leger. Vliegt de Blauwvoet, Storm op zee. Vlaamsche en Waalsche Regimenten’ duiken verschillende keren op.

De mate waarin studenten Vlaams geëngageerd waren valt deels ook af te leiden uit de postkaarten. Sommige Blauwvoeten lieten hun vrienden weten welke Vlaamsgezinde manifestaties ze bezochten. Zo bleef er een hele reeks postkaarten over de Rodenbachfeesten in Roeselare bewaard. In augustus 1909 werd er drie dagen lang gefeest met muziek, toneel, stoeten en vuurwerk. Ook de 11-julistoet behoorde tot de meest bezochte viering onder de studenten. Voorts is er een ansichtkaart vanop het Esperanto-congres in 1912 in Gent, een kaartje vanop het XVde Vlaamsch Natuur- en Geneeskundig Congres in 1911 in Oostende en meerdere verwijzingen naar de Consciencedag op 11 augustus 1912 in Antwerpen, een volksfeest ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de schrijver.

Een laatste groet
In 1910 kwam de studentengilde ‘Eigen Taal, Eigen Zeden’ in een diepe crisis terecht. Meer dan de helft van de leden haakte af door verdeeldheid in de gilde over politieke voorkeuren. Toch vierde het broederschap in 1912 zijn 25ste verjaardag. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog viel de werking van de gilde stil en werd die niet meer hervat. De vriendschapsband onder ‘De Blauwvoeten’ bleef echter sluimerend aanwezig, dat bewijzen de postkaarten die na de oorlog werden verstuurd. De oude gewoonte om een kaartje naar ‘t Koninkske in de Wolstraatte sturen, werd door sommige Blauwvoeten voor korte duur heropgepikt. Ondanks de goede voornemens om met elkaar in contact te blijven, doofde de kameraadschap omstreeks 1921.

Bronnen bij deze bijdrage:

L. Gevers, Eigen Taal, Eigen Zeden, in: NEVB, 1998, Tielt, dl. 1, pp. 1051-1053 ; L. Gevers, Bewogen jeugd. Ontstaan en ontwikkeling van de Katholieke Vlaamse studentenbeweging (1830-1894), Leuven, 1987 ; AC1130 Archief Vlaamse Katholieke Studentengilde Eigen Taal Eigen Zeden.

Uitgelicht?

In de rubriek Uitgelicht worden overdrachten, archieven of collectiewerkzaamheden voor het voetlicht geplaatst die extra aandacht verdienen.

Ga aan de slag met je digitaal archief

Hoe kan je je digitale documenten goed beheren en duurzaam bewaren? Hoe vermijd je dat er documenten verloren gaan of op verschillende locaties worden opgeslagen? Enkele tips