1) Linksboven, portretfoto Jan Frans Willems (1793-1846); 2) rechtsboven, gedicht “De Dieven” van Jan Frans Willems, 1821; 3) onder, redevoering door Jan Frans Willems, den 23 en 24 october 1841
Peter Maes
Gent, 17 maart - 17 april 1994
[opdrachtgever] Archief- en Documentatiecentrum voor het Vlaams Nationalisme (ADVN), Antwerpen, 1994 - [copyright] Archief- en Museum van het Vlaamse Cultuurleven (AMVC); Universitaire Faculteit Sint-Ignatius te Antwerpen (UFSIA)
Foto; reproductie; 1)+2) 20 x 26 cm; 3) 26 x 20 cm; zwart/wit
1) Dichter en filoloog / Leidde de Vlaamse Beweging waarvan hij de “vader” werd genoemd, in a-politieke en louter culturele banen (ADVN VPA 331) / 2) Uit: antwerpschen Almanak van Nut en Vermaek. Zevende jaer, Antwerpen, 1821. Hij verwijst hierin uitdrukkelijk naar (taal)onwetendheid als oorzaak van wetsovertreding door een “arme duivel” (Uit: AMVC) / 3) Beschreven door F.A. Snellaert, Gent, 1842, blz.54. Willems zag de emancipatie van de volksklasse enkel in termen van “beschaving” door de burgerij. Dit kon slechts in de volkstaal geschieden en was noodzakelijk om de kloof tussen de standen (die ook door Willems als een sociale taalgrens werd geduid) te verklaren. (UIt: UFSIA)